Stevig Ouderschap bestaat uit een selectievragenlijst en huisbezoeken. Vlak na de geboorte van hun kind krijgen alle ouders, meestal tijdens het huisbezoek van de jeugdverpleegkundige, een vragenlijst. De vragen richten zich op bekende risico’s voor opvoedingsproblematiek zoals jeugdervaringen met mishandeling, persoonlijke problemen en sociale isolatie.
Als uit de antwoorden en/of het advies van de jeugdverpleegkundige blijkt dat zij in aanmerking komen voor extra ondersteuning, krijgen de ouders Stevig Ouderschap aangeboden. De interventie bestaat uit circa 4 prenatale (vanaf 16 weken zwangerschap) en/of 6 postnatale huisbezoeken door de Stevig Ouderschap verpleegkundige tot het kind ongeveer 2 jaar is.
De Stevig Ouderschap verpleegkundige begint als het kind ongeveer 6 weken oud is en komt terug bij 3 maanden, 6 maanden, 9 maanden, 12 maanden en 18 maanden. Maar in het begin is vaker contact of misschien juist als het kind wat groter is ook mogelijk. De ouders bepalen de planning van het programma. Daarnaast heeft de Stevig Ouderschap verpleegkundige regelmatig contact met de ouders via de telefoon of WhatsApp.
Tijdens de huisbezoeken krijgt de Stevig Ouderschap verpleegkundige een beter beeld van de gezinssituatie en kan zij gerichte, passende ondersteuning bieden. Het gaat om zo snel mogelijk signaleren en weer normaliseren van beginnende opvoed- en opgroeiproblemen, ontzorgen en bijdragen aan de versterking van de eigen kracht van gezinnen.
De Stevig Ouderschap verpleegkundige luistert, denkt mee en coacht ouders. De volgende onderwerpen komen meestal aan bod:
- de ontwikkeling van het kind, de opvoeding en stimulerende rol van de ouders
- het ouderschap en de combinatie met werk, partnerschap en sociaal netwerk
- de eigen jeugd en de keuze voor een opvoedstijl
- informatie over instanties en beschikbaar hulpaanbod in de regio